2Switch

1

Ik werk bij 2Switch op de afdeling waar textiel wordt ingenomen, achter de schermen, waar de zooi binnenkomt. Dat werk doe ik nu twee jaar op vrijwillige basis 8 uur per week, verdeeld over 2 dagdelen. Het verveelt nooit en ik ontmoet er mensen die overal vandaan komen, uit alle landen van de wereld. Wat ons bindt is de textiel die wordt weg gegooid en die wij sorteren. Eerste sortering: iemand gooit zakken leeg op een roltrap die uitkomt op een langzaam lopende band. Daar staan op een platvorm, mensen die een categorie uit de inhoud pikken, bijvoorbeeld kinderkleding, broeken, jassen. De laatste categorie is accessoires, mijn favoriet, die in een kooi wordt gemikt. De volle kooien op wielen staan langs de hoge bakstenen achterwand opgesteld in rijen, in een hal waar geen daglicht binnenkomt, behalve via de grote roldeur. Daar wordt voortdurend in- en uitgereden met een heftruck door Jan vanuit het magazijn. Wij, dames over het algemeen, halen de kooien op voor de tweede sortering: winkelwaardig, B-keuze of afval. De kleding die mooi genoeg is voor de verkoop wordt in grijze boxen gelegd, daarna geprijsd en op seizoen gelegd. De kleding waar iets mee is maar nog wel draagbaar, is voor de handel met zogenaamde arme landen. Daar hebben we grote witte zakken voor die in reuzenstandaards hangen – ook op wielen – waar we de categorie met een stift op schrijven, op alle zijden van de zak. THISURT had iemand geschreven die de Nederlandse taal niet beheerst, wat betekent T-shirt, maar we begrijpen elkaar wel en doen het werk mede daardoor met plezier. De laatste categorie, afval wordt ook weer gescheiden en belandt in Gitte-boxen – zware grijze kooien – die in het midden van de lichte tweede hal in een rij staan. Witte katoen en T-shirts, gekleurde huishoudkatoen, geweven stof, gekleurde T-shirts, badstof, fleece, denim, gekleurde denim en last but not least de ultieme afval in een grote blauwe container. We brengen de volle boxen met een steekwagen terug naar de eerste hal, waar ook de sortering van huishoudtextiel en schoenen plaatsvindt, in de kou ’s winters. Daar staat Vera meestal, en lege winkelwagentjes die we gebruiken om kleding in te mikken vanuit de tafels – alvast voorsorteren op het scheiden van het afval. Daar staan ook mensen die de schoenen sorteren, de opvang van knuffels vindt daar plaats, en veren kussens.

Het uitzicht vanuit de kantine op een dag in november

2

Bram is weg, hij was de baas van de eerste en tweede sortering, en met hem in zijn kielzog Jan, die niet zo gelukkig was met zijn baan, informeel de baas van de 1ste sortering. We hebben Johnny nu – spreek uit Jonnie – voor de sturing achter de schermen bij 2Switch waar wij weinig van merken. Er is veel veranderd sinds de twee mannen zijn opgestapt en dat mocht ook wel want de onderbezetting van personeel drukte zwaar op ons. In twee jaar tijd zijn veel mensen gekomen en gegaan, waaronder vaste krachten maar ook mensen met tijdelijke contracten, taakstraffers bijvoorbeeld. Na mijn vakantie aan het begin van de herfst was het weer druk op de werkvloer, met allemaal nieuwe gezichten. Nederlands was heilig maar die tijd is voorbij sinds we een groepje arbeidsmigranten uit Izmir onder ons hebben die enkel turks spreken, een enkeling engels. Het leren van de Nederlandse taal op de werkvloer zit er niet meer in, het is voortaan handen-en-voetenwerk met al die Oekraïners. Er hangen lijsten met essentiële woorden in Nederlands en Oekraïens in de kantine en op de deur hangt een tweetalige corveelijst. Het zijn allemaal vrouwen en iedereen is best blij, ook met de kleding die we voor een prikkie mee mogen nemen. JURKEN ROCK stond er op een witte zak geschreven, waar ik dan weer blij van werd. Binnenkort gaan we ook nog verhuizen omdat het gebouw plat gaat voor een hele nieuwe wijk: het Cobercokwartier. We blijven wel in de buurt en voor mij persoonlijk net iets verderaf. Nog een week en dan is het voorbij daar, die plek aan de Nieuwe Kade, langs de Rijn, aan de overkant van waar ik altijd met de hond loop, met uitzicht op de John Frostbrug. Het wordt allemaal anders en ook weer niet, we zullen zien wat het wordt en van mij hoeft het niet die verhuizing maar het zij zo. Jaqueline blijft, onze leidinggevende van de tweede sortering, met haar assistentes Angela en Aisi en ik vertrouw haar.

Brams afscheid, tevens laatste keer feest op die plek daar

Na mijn vakantie van twee weken was tot mijn spijt de categorie Accessoires – leggings, sokken, onderbroeken, pyjama’s – afgeschaft, die ‘niemand’ graag wou sorteren, behalve ik dan. De spullen worden nu rechtstreeks vanuit de lopende band in witte zakken gemikt, zonder nadere inspectie.

3

We zijn verhuisd naar een pand op het industrieterrein langs de Rijn richting Westervoort, iets verder van huis. Ik fiets er in 20 minuten naar toe, via de Van Oldenbarneveldtstraat, de Westervoortsedijk op, langs het Gelderse Archief, de Gamma, Watersporten Jason en jachthaven Valkenburg. Zag de zon opkomen in het oosten en fietste door langs Vattenfall, voorbij het tankstation van Shell, te ver, weer terug, verkeerde weg ingeslagen, nog eens terug fietsen, tot ik uiteindelijk het olifantenpaadje – een voetgangerstrap naar beneden – vond tussen het fietspad en de Leemansweg. Daar liep collega Safia, ook zoekende, tot we de vlag van 2Switch zagen wapperen, maar nog niet de ingang om de hoek. We zagen wel de grote roldeur naar de eerste sortering die op een kier stond, bukten ons ‘hallo’, collega Danilo zag ons en wees mij de weg naar het fietsenhok, terwijl Safia binnen liep. Ik zag Aisi – assistent leidinggevende – en wilde haar omhelzen, van blijdschap, eindelijk gevonden.

Daar bij die molens van Vattenfall, vanuit Bakenhof.

Aisi gaf een rondleiding door het indrukwekkende nieuwe ruime pand van ons, waar genoeg ruimte is om te feesten, en uitbreiding in de toekomst. Het ziet er allemaal goed uit, met nieuwe werktafels en meer daglicht voor de mensen van de eerste sortering met hun lopende band, die nu niet meer in de kou staan. De schoenen en het huishoudtextiel zijn verplaatst naar de ruimte voor de tweede sortering, aan tafels bij ramen, een vooruitgang maar Lindsey maak het niet uit. ‘Ze kan overal werken’, zegt Jaqueline, waarop zij bevestigend knikt. Ik moet die ochtend meteen corvee gaan doen, de wc’s schoonmaken, wat ik prompt vergeet maar Aisi maakt mij er attent op, rond 11 uur. Ze helpt een handje en zuigt gruis van de verbouwing weg. De routine is weg, en ik verdwaal regelmatig, loop verkeerde kanten uit, het is allemaal anders en toch hetzelfde. Ik werk met Safia aan een dubbele tafel, en zij vertelt dat het misschien haar laatste keer is want ze moet van de gemeente bij een bejaardenhuis solliciteren voor een baan in de keuken. Hanan is afwezig want haar zoontje ondergaat deze week zijn tweede chemotherapie, vertelt Nuray die de komende weken naar Turkije gaat om haar zus te bezoeken. Een deel van de Oekraïners is weer vertrokken, moest van de gemeente, de dames – arbeidsmigranten – uit Izmir zijn er allemaal nog. Ik mis Jan, en Bram, en de knusheid van het vorige shabby pand dat ook niet bepaald klein was. Hier is een zee van ruimte die nog niet door ons bezield is. ‘Ik vind het helemaal niks’ zegt Hanni twee dagen later, ‘het heeft geen sfeer’ en als ik haar vraag tot hoe laat ze moet werken zegt ze ‘nog twee jaar’ wat ik niet vroeg. KINDERING staat op één van de witte zakken die nu allemaal langs de kant staan, vloeiend geschreven door een Oekraïense die mag blijven, en dat maakt weer wat goed. Ik heb Liliana beloofd om volgende week home-made appelcake mee te brengen. Eenmaal thuis geniet ik na van/in mijn bruine hesje van konijnenbont dat ik gevonden heb tussen de kinderkleding. Dat mag eigenlijk niet want op vrijdag mogen we niks kopen maar het is werkkleding, en het is kouder dan ik dacht. Die hoor je niet mee naar huis te nemen en daarmee komt mijn oude angst om ontslagen te worden weer om de hoek kijken.

4

We zijn van een ouderwetse boerderij naar een moderne stal gegaan waar systematischer gewerkt wordt. Ook de weg er naar toe is recht-toe-recht-aan dus, vanuit het Spijkerkwartier fiets ik recht op de Rijn af, sla bij de zandbergen – zandbedrijf langs de rivier – linksaf de Westervoortsedijk op. Daar gaan de beentjes in de lucht, fietsend langs de Rijn met een adembenemend uitzicht op het oosten waar de zon opkomt. De rivier als een lint in het landschap, die al gauw afbuigt naar het zuiden terwijl de haven langs de dijk blijft liggen. In die driehoek begint het industriepark Kleefse Waard, waar inmiddels vier windmolens staan, rechts van de weg. Hier kom ik gewoonlijk niet en zeker niet op de fiets, behalve dan bij Gamma. Ik passeer het winkelcentrum aan de Lelyweg, het industrie-terrein aan die kant van de dijk in het noorden en links van de weg heet Driepoortenweg, de kant waar ik uiteindelijk moet zijn. Eerst nog langs Vattenfall dus en pas voorbij het Shell-station, bij de Oude Veerweg steek ik de weg over zodat ik nog maar een heel klein stukje tegen het verkeer in hoef te rijden. Op dat fietspad kom je trouwens geen kip tegen, zeker niet in de vroege ochtend want het zijn allemaal auto’s daar die het verkeer uitmaken. Ik rol mijn fiets naar beneden door het zand, langs de luie trap van stoeptegels met trottoirbanden en een gleuf voor de fiets. Die zit aan de verkeerde kant, behalve op de terugweg. Dan ben ik er bijna, bij het centrum voor textiel-inname van 2Switcht waar ik om 8.30 moet beginnen met werken. Ik zet mijn fiets in het houten hok buiten waarvan de deur dichtknalt na het binnengaan en hoop dat ik op tijd ben.

Stilleven met witte zakken – zakjes – en Gitte-boxen

Op de terugweg rol ik mijn fiets de dijk weer op, rijd aan deze kant van de weg, die bestaat uit twee rijbanen met een groenstrook in het midden plus fietspaden. De Rijn is nu uit zicht, bedrijven zijn in beeld, langs Scalabor en de OK oliecentrale bijvoorbeeld met gigantische cilinders die gevuld zijn met diesel, voorzien van flauw-puntige deksels, met aan- en afvoerbuizen. Het elektriciteitshuisje dat er bij staat is voorzien van graffiti: NOT OK staat er en op dat moment begint de reis me tegen te staan. Ik overweeg om op de terugweg via de P. Calandweg te fietsen, rechtstreeks naar huis.

5

‘Jonnie de verwarming doet het nonnie’ riep Jaqueline halverwege de ochtend en wikkelde een warme sjaal om haar hals. Het was vlak voor het kwartiertje pauze van 10 uur en ik dacht ‘die blijft’, deze gesproken tekst. Ik denk aan Riet, die er ook wat van kon, ze komt niet meer terug bij ons nadat ze, een paar keer zelfs, van de fiets is gevallen. Ik mis haar met die praatjes van ze en de hartelijke ontvangst nadat ik mijn haar knalrood had geverfd ‘Annie’ riep ze, van die film. Ze was een gangster – gangmaker – je kon lachen met haar maar ze was niet blij met haar werk bij 2Switch, dat onder haar niveau was. Ze kreeg extra taken: een modeshow organiseren, wat ze met verve deed en de corveelijst invullen wat ze heel consciëntieus aanpakte. Ze controleerde altijd of je het werk wel goed had gedaan en als dat niet het geval was werd je door haar op het matje geroepen. Ze was ook fanatiek in kleding, met name schoenen scoren voor iedereen en jassen. Ze was op de hoogte van ieders wensen, maar ze had het niet naar haar zin en dat mocht ook iedereen weten, wanneer ze woensdags al ‘bijna weekend’ zuchtte. Met haar mis ik Iris die net iets eerder begon daar dan ik, ook een maatje, die altijd opvallende oorbellen droeg en van konijnen hield, net als haar vriend met wie ze gaat trouwen. Dat weet ik dan weer van Hannie die nog contact heeft gehouden met haar nadat ze weg was, die nu ziek thuis zit. Dan denk ik nog vaak aan Malti, plotseling heel aanwezig, vanuit de gemeente met behoud van uitkering en aanvulling van 2Switch tot het minimum loon. Na de verlenging van een half jaar wou ze graag blijven maar het bedrijf wilde haar niet in dienst nemen, net als Isabella die ook zo enthousiast was, die nu als leidinggevende bij Rataplan – concurrent – aan de slag kan. Reduan mis ik ook nog steeds, taakstraffer die zich voorstelde als stagiair en het gezellig vond om Deutsch zu reden met mij. Dat had hij geleerd in de gevangenis in Duitsland, waar hij had gewerkt, volgens hem. Ik heb mooie stukken dankzij hem, waaronder een kussen dat gemaakt is van oude wollen deken en bloemetjesgordijn, wat hij echt iets voor mij vond. Ik dank ook mijn gymschoenen en regenlaarsje aan hem en denk aan hem als ik die draag, en de schitterende fietstas. Ik denk ook nog aan Fadia uit Syrië die amper Nederlands sprak, wanneer ik mijn mooie regencape met Arabisch motief draag. Dat was in de begintijd toen ik nog heel gesloten was omdat ik een depressie had, niet lekker in mijn vel zat. Deze mensen hebben mij daar uit gekregen, onder andere want het gaat om het geheel waarin ik op kan gaan als in een roedel.

De nieuwe lokatie.

6

Alle tafels staan sinds kort in dezelfde richting opgesteld zonder de dubbele tafel bij de kast met benodigdheden – stiften, doekjes, plantenspuiten met sopjes, prijskaartjes – die werd gebruikt om de witte zakken te beschrijven. Het sociale aspect speelt hierin een rol: je maakt contact met degene die daar aan het werk is en op vrijdag is dat altijd Liliana. Ze miste haar gezellige plekje in de ouderwetse boerderij – de vorige lokatie – en dat maakt ze nu nog eens mee. We staan achter elkaar te werken en omdat zij de taal niet goed spreekt is de communicatie moeizaam. Bij het spreken met handen en voeten is het immers van belang dat je elkaar kunt zien, nu is die laatste kans ook verkeken. Ter compensatie sprak ze Spaans tijdens de pauze met een Antilliaanse collega die bij de eerste sortering aan de lopende band werkt. We hoorden wel steeds de stem van Jonnie met zijn telefoon zonder dat hij een woord met ons sprak. Plotseling zat hij met zijn laptop aan de tafel van Angela die ziek is en keek een beetje in de rondte, vroeg aan Liliana of alles goed ging, waarop zij bevestigend antwoord gaf. Ondertussen had ik de mooie trui aangetrokken die ik ’s ochtend als eerste uit de kooi viste, terwijl we op vrijdag niks mogen kopen. ‘Als de kat van honk is dansen de muizen op tafel’ dacht ik maar Liliana vroeg mij aan het einde van de ochtend om die weer uit te trekken en in de kast te hangen als werkkleding, wat ik keurig deed. Zo redde zij mijn gemoedsrust want als het aan mij had gelegen was het anders gegaan en hing de trui thuis aan een hanger.

7

Annie is terug! en dat ben ik zelf maar niet als het weesmeisje van de gelijknamige film, en uitgesproken in het Engels. Riet noemde mij Annie in het Nederlands maar nu zij er niet meer is heeft Jaqueline het stokje overgenomen. Ik was eerst verbaasd en schoot in de ontkenning want mijn krullen zijn allemaal afgeknipt omdat mijn haar vlam heeft gevat tijdens het edelsmeden. Nu ben ik Annie Lennox van de Eurythmics, Britse Band waar ik ooit wel een fan van was, met dat ultra-korte oranje haar. Ik wacht met verven tot Pasen, als het weer een paar centimeter is gegroeid. Jaqueline is terug van Corona, net als Angela die vrijdag nog steeds een beetje tipsy zag. Ik heb weer plezier in het werk gekregen, mede door de sociale setting, de mensen en de muziek op de radio die ik thuis momenteel moet ontberen want mijn versterker staat bij radio Piet. Er is minder gelegenheid om te praten en meer om te zingen, meezingen met de liedjes ‘Sing Halleluja van de Zweedse band Dr Alban, bijvoorbeeld. Weer denk ik aan Riet met haar favoriete nummers, wanneer ze begon te dansen en aan Jantina met haar weelderige haardos waar ze mee zwaaide als een hippie. Ik weet niet of mijn gevoel van geluk een echo is of dat ik echt blij ben, in de nieuwe lokatie. De tijd zal het uitwijzen.

T-shirt gescoord waar ik heel blij mee ben.