Panta Rhei 2

1

Op woensdagochtend begon Titi vrolijk met sorteren van truien toen Josephine met een mededeling bij haar kwam. De directie had besloten dat ze nog maar eens in de week kleding mogen kopen en dat de prijzen omhoog gaan. Dat zou op dinsdag zijn maar dan werkt Titi niet en dat was dan pech, en toen brak haar de klomp. De vrijdag vindt ze moeilijk omdat ze niks mogen kopen ‘dan stop ik ermee’ heeft ze toen gezegd. Die ochtend mocht Titi nog wel wat opschrijven, om 12 uur op kantoor maar op dat moment liepen alle vrouwen naar de tafel van Josephine. Nora en Jennah voorop en de Oekraïeners er achteraan, naar haar wuivend: kom! Ze deden hun beklag en Titi deed er een steentje bovenop, kwam beter uit haar woorden. Fien stelde een gesprek met de directie voor, met haar erbij, en toen was het lunchpauze. Titi naar huis, helemaal gestresst door dit nieuws, langs de Aldi voor verse broodjes. Die nacht werd ze vaak wakker, net als de hele week, zo boos was Titi. Dat deed haar besluiten om per direct op te stappen en stelde zich voor hoe dat zou zijn. Die vrijdag was ze meer dan gewoon van slag en kreeg armen van Guiliana en van Farah om zich heen. Toen heeft ze een waszakje dat ze nodig had om Nikes in te wassen meegesmokkeld uit frustratie. Zo ging ze haar weekend in, vol weerzin, met een hart dat op hol sloeg als een wild paard. Alle kaarsjes in de Martinuskerk voor de leiding van Panta Rhei om ruimere regels ten spijt. Haar geduld had niets opgeleverd: de situatie was verergerd, hopeloos, haar vertrouwen was op. ‘Ik ben godverdomme geen melkkoe’, dacht ze maar uiteindelijk komt het goed, gelooft ze.

Ze wou goed afscheid nemen want het werk betekende veel voor haar en heeft er volop van genoten. Het moment dat Josephine haar belde om een afspraak te maken nadat er vanwege Corona niemand werd aangenomen zit vers in haar geheugen. Dat was nog niet helemaal het begin van dit project, zoals Titi het noemt, dat is een paar maanden eerder geweest. Zoals bij elk afscheid speelt de film zich af, in den beginne was daar, het dressoir van haar ouders. Er was geen plek voor in haar nieuwe huis, en opeens kreeg ze een heel goed idee: Panta Rhei. Het idee dat zij een ander heel blij zou kunnen maken met dit meubelstuk dat ze als kind ‘later wou erven’ beviel haar. Het was al een poosje in haar bezit, geloogd en ingewreven met kalk-was voor een moderne look. Het paste niet meer dus wierp ze deze huid af onder luid protest, dat weer wel. Het was haar vriend die de doorslag gaf nadat Titi het idee kreeg om het dressoir in haar werkhok te plaatsen nadat Panta Rhei het meubel niet mee wou nemen. Om het vervoer wat gemakkelijker te maken – de rug te ontzien – had ze namelijk de deurtjes losgeschroefd – schroefjes in een zakje – en de laden en schapjes er bovenop gelegd. Wilden die lui geen meubels meenemen die uit elkaar lagen want ze wilden niks in elkaar hoeven zetten. Een enkele kring op het bovenblad was de druppel voor de mannen om door te rijden en haar heel boos achter te laten. ‘Bel ARI’ was hun advies, dat ze niet ter harte nam en toen kwam dat idee voor plaatsing in het souterain maar haar vriend zei ‘nee’.

Titi wou een afscheidskaart laten drukken voor Fien op basis van een foto van geperste kleding en maakte een vierkante uitsnede, in de telefoon. Daarna exporteerde ze die naar de laptop die uit zichzelf een hele andere keuze maakte. Na het openen van Photoshop Elements zag ze een prachtige uitsnede verschijnen, beter dan de hare. Ze heeft meteen een kaartje besteld met ‘Dankjewel’ aan de binnenkant, met ruimte voor geschreven tekst.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 2Switch-1.jpg

Het was erg mistig maar de zon scheen er doorheen zodat je er recht in kon kijken, op de fiets langs de Meander. Onderweg kreeg Titi het idee om tevreden te zijn met een korting op kleding in de winkel zelf. De directie was een week later nog niet op het besluit terug gekomen maar Josephine verzekerde haar dat zij, de vrijwilligers koestering verdienen. ‘Die korting heb je al’ zei ze, wat Titi niet wist enne ‘je kunt niet enkel geven’. Juist.