De Hoop

DEEL 1

1

‘Hoe wist je dat hij niet van je hield?’

‘Hij zei dat ik bebloed maandverband in de wc liet rondslingeren, en of ik dat even wou opruimen.’

‘Hoe weet je dat zij niet van je houdt?’

‘Omdat ze remsporen in de toiletpot had gezien’ en ‘haar zoon ook zo smerig is, om te kokhalzen.’

 ‘Waarom denk je dat hij niet van je houdt?’

‘Hij doet lelijk tegen me als het niet goed met me gaat.’

‘Wat is lelijk doen?’ vroeg ze maar Mari was het zat, haar vragen, en ging aan het werk. Sinds vorige week heeft ze weer contact met Jaqueline na een periode van stilzwijgen. Ze bemoeide zich niet met haar, liet haar met rust tot ze een potje begon te klagen over lui die het huis niet netjes hadden achtergelaten. Dat was nadat ze het gloednieuwe keukenblokje had schoongemaakt en opgeruimd. De eerste keer dat Jaqueline sprak was toen ze Drys nog had, de pup die zo druk was. Dat kwam volgens haar omdat Mari zoveel van Maya – bruine labrador – hield en er daarom geen plek was voor hem in haar hart. Ze sprak deze woorden uit vanuit het niets, in de stilte van het huis. Nooit eerder was zij in gesprek met haar, wel met hem, lange gesprekken zelfs. Zijn levensmotto ‘het kan allemaal nog veel erger’ nam ze ter harte. Kennelijk heeft ze Jaqueline met haar gemopper uitgenodigd om te praten.

2

Mari heeft vandaag een fooi van 20 euro gekregen die de gasten op de eettafel hebben achtergelaten, nadat ze eerder waren vertrokken en de sleutel onder de waterbak voor vogels in de tuin hebben gelegd.  ‘We hebben het prima naar onze zin gehad en willen graag nog eens terugkomen’ stond er op de voicemail, en ‘er ligt een presentje voor je onder het rooster – antieke onderzetter – op tafel’.

Jaqueline kan gedachten lezen, of het komt doordat ze Mari al zo lang kent, dat ze weet wat er in haar om gaat. Er is nog iemand die haar begroet vandaag: buizerd die gaat helemaal los ‘miaauaauww’. Het voorjaar hangt in de lucht maar het is koud en het miezert. Een bleek zonnetje doorbreekt de sfeer. 

‘En waarom vind jij haar gek?’

‘Ze vroeg of ik wel eens of ik aan kinderen vertel dat er een man onder het bed ligt.’

Leonora heeft haar vader in een vuilniszak gestopt en hem onder het bed van tante geschoven, voortaan zijn het de vrouwen die regeren. Er hangt nog wel een fotootje van hem als kind, recht tegenover Jaqueline, zijn moeder in de dakkapel op de slaapkamer. Die foto is net als het schilderij dat zelfs twee keer naar beneden kwam ook al eens van de muur gevallen. Hij mag blijven, net als zijn vrouw in haar jonge jaren en de tantes. 

3

Onderweg naar De Hoop vlogen er tientallen vogeltjes op vanuit de berm zodra Mari langs fietste, waar ze vrolijk van werd. Ze ging naar het huis om dat in orde te brengen voor gasten en had weer een gesprekje met Jaqueline.

‘Je zei dat ik geen ruimte had voor Drys in mijn hart vanwege Maya’.

Ze knikte en spande haar neusvleugels.

‘Je kunt niet zomaar een hond uit je hart zetten om plaats te maken voor een andere hond’.

‘Zo bedoelde ik het niet’.

Ze zette de boiler aan en ging aan het werk, lakens ontkreuken door ze heel strak op te vouwen en luiken ontgrendelen. Daarna ging ze lunchen, met de Vrij Nederland en alle werkzaamheden één voor één uitvoeren, om te beginnen met schoonmaken van de kleine keuken. Het blauwe kleedje in de badkamer was vuil en ze besloot om een wasje te draaien, samen met wat klein spul uit de keuken. Ondertussen het bed opmaken en het hele huis inclusief trap naar boven stofzuigen. Het viel mee met de lieveheersbeestjes die in de winter massaal binnenkomen via de kozijnen. Voorzichtig schoof ze die bij elkaar en wierp ze weer naar buiten. Ze dacht na over wat Jaque had gezegd en ondertussen bleef de wasmachine maar draaien, dreinen. Het hield niet op terwijl de 49 minuten dat die er over zou doen allang verstreken waren, heen en weer draaien zonder te centrifugeren. Ze werd nijdig en zette het apparaat uit, met kletsnat wasgoed dat ze uitwrong en aan het rekje hing te drogen. De wasmachine is nieuw maar heeft kuren en als dit vaker gebeurt zal ze binnen de garantietijd aan de bel trekken.

4

Op maandagochtend was Mari al vroeg onderweg om zich aan te sluiten bij de wandelgroep van Dorien, ondanks het regenachtige weer. Geen bericht is goed bericht dacht ze en ging de deur uit vlak voor achten. Het was een hele toer om daar te komen want de buslijn viel uit vanwege het tekort aan chauffeurs maar uiteindelijk was ze keurig op tijd. Toen zag ze de berichten op de groepsapp die bij haar op stil staat, vanaf acht uur ongeveer waarin iedereen afhaakte. Ze stond daar onder een kastanjeboom te schuilen – de kastanje krijgt als eerste bladeren in het voorjaar – en besloot om toch een ronde te maken, met Aicha, de hond van Hanna. Ondertussen liep haar blaas vol en liep ze de kant van De Hoop uit om daar te plassen. Daarbinnen was het lekker warm, behalve boven waar Jaqueline heel tevreden voor zich uit staarde. Nog aan het nagenieten van een heerlijk weekend met haar kleindochter, die het één en ander was vergeten, de verwarming uitzetten bijvoorbeeld, wat nu lekker was. Ze liepen door het druilerige bos, langs de ezels die werkeloos in de wei stonden, door beukenlanen die voorzichtig in het blad kwamen. Bij de bushalte stond Aicha te trillen van de kou en Mari besloot om een regenjasje voor haar aan te schaffen, bij de kringloopwinkel.

5

Vanaf de slagboom zag ze iets op het bospad zitten, een haas die weg was zodra Mari dichterbij kwam. Voorbij de kruizing rende het dier een stukje voor haar uit en vluchtte het bos in. Ze is in De Hoop – maandag – om nog een wasje te draaien en de grendels op de luiken te bevestigen. Gisteren was ze daar te moe voor en vandaag nogal verstrooid, waar ze rekening mee moet houden. Het huis is haar uitvalsbasis in de natuur waar ze zich kan opladen sinds zij geen atelier meer heeft, in ruil voor het in- en uitchecken van gasten.

6

Op zaterdag 13 mei ging Mari wandelen met Hanna en bij de voordeur riep Petra – buurvrouw – haar ‘Mari, kijk wat ik heb gekocht voor moederdag’ en liet haar wat plantjes zien. ‘Ik moet de trein halen want ik ga vliegen met Hanna’ riep ze en ging er als een speer vandoor. Ze namen de Sprinter tot Neiland en liepen via het Haagseveld naar het Paviljoen waar ze een heerlijk stukje taart aten. 

Daarna liepen ze het lege gebied in waar bijna niemand komt, in het Noorden. Er lagen wat Hooglanders langs de zandweg die Hanna fotografeerde, terwijl Mari Aicha overnam en bij het derde rund kon ze zich niet bedwingen om er ook op af te stappen. Het was vlak voor de grote golvende vlakte die ze zouden oversteken. Ze hoorde haar mobiel pingen, SMS een bericht van Leo, en meteen daarna ging de telefoon. ‘Er staan mensen voor het gesloten hek, waar ben je?’ Ze schrok er van want ze wist niet dat die gasten zouden komen. Ook Hanna kon De Hoop niet openen want die was bij haar. Ze kwamen overeen dat ze wat later zou komen, wat uiteindelijk 18 uur werd. Enigszins van slag liepen ze in een stevig tempo niet helemaal goed – het plezier was een beetje weg – naar Beurs. Rond 17 uur met de fiets naar De Hoop en onderweg een lekker flesje gekocht voor de gasten, precies op tijd was het huis zo goed als gereed. 

Jaqueline keek haar een dag later met rooie oogjes aan waar een ondeugende glimlach in doorschemerde. Ze dacht aan de gasten toen ze op zondag de luiken weer sloot, een jonge man met zijn Braziliaanse vriendin. Ze werden ‘s nacht twee keer wakker omdat het brandalarm afging, om 2 uur en om 4 uur. Hij vertelde dat het vanzelf weer stil was geworden nadat ie het alarm in de koelkast had gelegd. 

7

Het veld is gemaaid, alle bomen staan in het blad, de teken zijn terug, en Mari loopt een eindje door het bos voordat de gasten aankomen, om 16.30 uur. Jaqueline hield haar lippen op elkaar geperst vandaag terwijl ze onder haar toeziend oog het beddengoed strak opvouwde. Mari vond het wel best en ging rustig maar gestaag door het huis om de bende weer schoon te krijgen. Het was een druk weekend met veel gasten, er lag allerlei gevaarlijk lekkers in de kast en ze kon de verleiding amper weerstaan. Ze liep over het pad naar de grafheuvels, sloeg de weg in die de landgoederen van elkaar scheidt in de richting van haar vriend de stronk. Het is een oude beuk die tweemaal is getroffen door de bliksen en ze kent hem nog van vóór de tweede keer. Toen stond hij als gigantisch geraamte van zichzelf – het is een hij – nog steeds te schitteren op de akker. De laatste tijd is Mari soms bang om hem niet meer aan te treffen maar telkens blijkt dat ie er nog staat, zoals deze keer weer. De vlier heeft hem omarmd, net als Jeanne, Marnix en zij dat deden in 2020 tijdens de zonnewende op 21 december. Ze konden elkaar precies vasthouden, om aan te geven hoe dik de stronk is. Stronk wordt nu geflankeerd door Vlier met haar witte schermbloemen waardoor hij zich vanaf het pad bijna aan het oog onttrekt. Ook de scheefgezakte bank leek verdwenen in het hoge bloeiende gras, waar ze op neerstreek. Akker was ingezaaid en het zal haar benieuwen wat er dit jaar gaat groeien, en of de margrieten het gaan doen die ze zelf gezaaid heeft op dit wilde groene eilandje. Ze loopt naar beneden langs de wei met schapen inclusief lammetjes achter een hek met hoogspanning tegen de wolven. Hun vachten zijn geschoren en de kleintjes groeien goed, er staan een paar koeien bij in dezelfde wei, met kalfjes. Ze loopt langs de – inmiddels drie stuks – zwart witte circuspaarden weer omhoog en langs de omheining van het landhuis. Dan steekt ze een bospadje in dat ze pas ontdekt heeft door een dichtbegroeid stukje bos en bekijkt de tamme kastanje met haar verse blad. Het klompenpad loopt hier langs, een groepje dat haar tegemoet komt groet haar, en ruim op tijd is Mari weer terug bij De Hoop waar ze de gerookte amandelen eet die achter zijn gebleven. De chocolade gaat mee naar huis want ze wil haar gezonde eetlust niet bederven.